Opinie - Gaan we naar een gedeeltelijke commercialisering in de Vlaamse zorg?
Momenteel wordt een decreet over een gedeeltelijke commercialisering van de Vlaamse zorg besproken in het Vlaams parlement. Op 1 juli 2021 keurde de commissie binnenlands bestuur van het Vlaams parlement in spoedzitting het zogenaamde privatiseringsdecreet van de zorg goed. Het zou gaan om de mogelijkheid te geven aan publieke welzijnsverenigingen om zelf een vzw of een vennootschap op te richten of er deelgenoot van te worden. De Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin bracht een uitgesproken negatief advies uit en Zorgnet-Icuro reageerde met een lopende petitie. Is een sluimerende privatisering in de gezondheidszorg dan toch in aantocht? En is het een goed idee? Het is in ieder geval bizar dat de Vlaamse regering hierin het voortouw neemt.
Reeds in 2009 tekende zich in een aantal Europese landen de tendens af naar een liberalisering van de gezondheids- en welzijnszorg. De vraag werd toen al gesteld of daarmee de poort wordt opengezet voor een risicoselectie. Welke risico's houdt privatisering in op het vlak van de kwaliteit en betaalbaarheid? De gezondheidszorg is geen markt waar vraag en aanbod de spelregels bepalen en waar de vrije keuze van de consument tot scherpere prijzen leidt. In 2009 onderschreven verschillende sociale organisaties al een open brief aan alle politieke partijen over de vermarkting van de gezondheidszorg. En - zeer verwonderlijk - Vlaanderen gaat in dit alles de voorzet geven, zonder een tegensprekelijk debat met de burger en het sociale middenveld?
De patiënt is geen product
Privatisering in de gezondheidszorg kan een gevaar inhouden en is allerminst een wonderremedie. Het zet de deuren open voor een geneeskunde met twee snelheden en leidt tot commercialisering van onze zorg. Het is van zodanig belang dat beslissingen hieromtent niet enkel het resultaat mogen zijn van een politiek compromis; het dient voorwerp uit te maken van een grondig politiek debat.
Gezondheid is niet iets dat je koopt als een nieuwe auto. Gezondheidszorg moet immers toegankelijk zijn voor iedereen. Daarom is solidariteit onontbeerlijk: tussen rijk en arm, actieven en niet-actieven en tussen gezonden en zieken. Deze solidariteit wordt bedreigd door voorstanders van de privatisering van de gezondheidszorg. Door de vrijmaking van de Europese markt is er een groeiende tendens aan de gang om gezondheidszorg als een economische activiteit te bekijken. Zo’n visie druist echter in tegen het solidariteitsprincipe waarop onze gezondheidszorg is gebaseerd. Zo zien we dat bijv. in de Verenigde Staten, waar alles aan de vrije markt is overgelaten, ondanks de introductie van Obama care in 2009, zijn maar liefst tientallen miljoen personen nog steeds niet verzekerd.
Het belang van een preventief gezondsbeleid kan in deze niet ontkend worden. De ziekenfondsen vormen daarbij een voorname partner van de overheid. Meer samenwerking en meer middelen voor een degelijk preventiebeleid zijn echter nodig. Het preventiebeleid is op dit moment versnipperd over verschillende bevoegdheidsniveau’s, wat nefaste gevolgen heeft voor de kwaliteit van het beleid.
Daarenboven dienen de verschillende regeringen in dit land een tandje bij te steken in de uitvoering van een ernstig Europees Actieplan voor milieu en gezondheid. Heel wat gezondheidsklachten zoals reuma, kanker, ademhalingsziekten en allergieën vinden immers hun oorsprong in ons leefmilieu.
Neen, de Vlaamse regering geeft hier helemaal niet het goede voorbeeld met het per se willen invoeren van een privatisering in de Vlaamse zorg.
Geert Messiaen
ga terug