Maak kennis met onze nieuwe voorzitter

donderdag, 13 juni, 2024

Op 22 maart 2024 werd André Vanhex verkozen als nieuwe voorzitter van Vief. Ik ging langs in Alken om de nieuwe voorzitter beter te leren kennen. André is 79 jaar en is geboren en getogen te Wellen, maar is voor de liefde verhuisd naar Alken. Hij eindigde zijn professionele carrière als afdelingshoofd bij AGIOn (agentschap voor infrastructuur in het onderwijs), voordien was hij leerkracht. In zijn vrije tijd hield hij zich bezig met fotografie en was hij kamprechter bij zwemwedstrijden. Deze hobby’s oefent hij nu niet meer uit, maar dat wil niet zeggen dat hij nu stil zit. Hij is  recent verkozen tot voorzitter bij Vief, maar daarnaast is hij ook ondervoorzitter van LM Plus, gemeenteraadslid in Alken, doet hij sociaal  dienstbetoon en spendeert hij veel tijd met zijn kinderen en kleinkinderen. Na 36 jaar gemeenteraadslid te zijn geweest, waarvan 18 jaar schepen, stopt hij dit jaar met de actieve politiek. Zijn belangrijkste bevoegdheden waren openbare werken, beheer gebouwen, beheer technische- en  studiedienst, overheidsopdrachten, woon- en leefomgeving, ruimtelijke planning en ombudsdienst verkeer en mobiliteit.

Hoe bent u bij Vief terecht gekomen?
Ik werd lid van het bestuursorgaanvan Vief Limburg als afgevaardigde van de Liberale Mutualiteit. Op vraag van voormalig voorzitter Jacky Raymaekers werd ik ondervoorzitter van Vief Nationaal, deze functie heb ik 12 jaar beoefend.

Waarom bent u voorzitter bij Vief geworden?
Als seniorenvereniging heeft Vief als voornaamste taak een ondersteunend en stimulerend netwerk te bieden aan senioren, zodat zij actief en betrokken kunnen blijven bij de samenleving. Het bestuursorgaan van Vief moet de motor zijn om deze taak ter harte te nemen. Als ondervoorzitter heb ik dan ook al vele jaren meegewerkt om deze doelstellingen te bereiken. Nadat Gilbert Raymaekers zich terugtrok als kandidaat-voorzitter, een kandidatuur die ik steunde, vond ik dat ik mijn verantwoordelijkheid moest nemen. Ik heb dat tijdens mijn volledige beroepscarrière, maar ook als politieker, steeds gedaan en indien de gelegenheid zich aandiende ook zelf het roer in handen genomen.

Waar hecht u belang aan als voorzitter bij Vief?
Voorzitter ben je nooit alleen. Ik hecht enorm veel belang aan een gezonde discussie, binnen onze bestuursorganen en te luisteren naar de suggesties, feedback en de behoeftes van onze vereniging. Na de inspraak en inbreng van de bestuursleden moet men ook tot een besluit komen en dit uitvoeren. Ook hecht ik veel belang aan regelmatig vergaderen en behalve de klassieke dagordepunten ook tijd vrijmaken om allerlei thema’s toe te lichten rond de regelgeving van onze werking, maar ook te debatteren rond belangrijke maatschappelijke problemen. Als voorzitter vind ik het zeer belangrijk goed te luisteren naar de bekommernissen van onze directeur en de andere Vief-medewerkers, die allen als startpositie 100% mijn vertrouwen hebben en voor mij ook de belangrijkste medestanders zijn voor de uitvoering van ons beleid.

Welke ervaring/herinnering bij Vief is u tot nu bijgebleven?
De positieve samenwerking binnen onze bestuursorganen en de ernst en inzet van onze bestuursleden, maar zeker ook de degelijkheid, kennis en inzet van onze medewerkers.

Wat zou u graag over enkele jaren bereikt hebben met de vereniging?
Ik heb wel enkele doelen voor ogen:

  • Zorgen voor een solide financieel beheer om de duurzaamheid en stabiliteit van Vief te waarborgen en onze doelstellingen te realiseren. Hiertoe zal het nodig zijn om nieuwe inkomstenbronnen te zoeken.
  • Misschien moeten wij nog meer inspanningen doen om een weerspiegeling te zijn van de diversiteit binnen de oudere  gemeenschap zodat alle leden zich welkom en vertegenwoordigd voelen, ongeacht hun achtergrond, cultuur, religie of financiële situatie.
  • Meer samenwerking met andere organisaties, instanties of belanghebbenden die zich inzetten voor de belangen van de ouderen. Hiermee kunnen wij de impact van onze vereniging nog vergroten en synergiën creëren om gemeenschappelijke doelen te bereiken.
  • Maar ook samenwerken met andere organisaties die vergelijkbare doelen hebben zoals Vvvuur en de Liberale Mutualiteit waarbij wij onze middelen kunnen bundelen.
  • Strategieën ontwikkelen om het aantal leden van Vief te vergroten en ervoor zorgen dat onze leden actief betrokken blijven en  meer deelnemen aan de activiteiten van onze vereniging.

Ik heb nog wat vragen voor u in verband met het initiatief Stem Ervaren. Vindt u het belangrijk dat ouderen participeren aan het politieke beleid?
Ouderen hebben een ongelooflijke schat aan levenservaring en expertise opgebouwd zowel in hun persoonlijk als in hun professionele carrière. Hierdoor kunnen zij een essentiële bijdrage leveren om een beleid te ontwikkelen dat meer aansluit bij de behoeftes, belangen en uitdagingen van onze ouderen. Door ouderen actief te betrekken bij het beleid vergroot dit ook de legitimiteit en voelen zij zich meer sociaal betrokken bij de gemeenschap.

Dat is duidelijk. Vindt u het ook belangrijk dat de oudere bevolking hun stem uitbrengt bij de lokale verkiezingen?
Ja, het lokale beleid is het beleid dat het dichtst bij de burger staat en de oudere bevolking wordt in 2050 25% van de bevolking of één van de grootste demografische groepen. Hoe groter de opkomst van de ouderen hoe groter hun politieke invloed zal zijn en hoe meer aandacht er zal gegeven worden aan de behoeften van onze oudere bevolking. Lokale verkiezingen bepalen wie er in de gemeenteraad zit en wie de beslissingen neemt, die een directe en grote invloed hebben op alle inwoners, maar zeker ook van de ouderen. Door deel te nemen aan dit belangrijke democratische proces tonen ouderen ook hun betrokkenheid en dragen ze bij aan een levendige en inclusieve democratie.

Welke thematieken verdienen volgens u meer aandacht en waarom?
Er zijn voor mij verschillende thema’s waar ik belang aan hecht vanuit een ouderenperspectief. Ik som ze graag op.
Leeftijdsdiscriminatie: Als we de lijsten bekijken van de nakende verkiezingen blijkt dat de senioren bijna 25% van het kiespubliek vertegenwoordigen, maar heel sterk ondervertegenwoordigd zijn in de lijsten. In heel veel statuten van allerhande organisaties, ook van de sociale, wordt vermeld dat de bestuursleden op een bepaalde leeftijd automatisch als ontslagnemend worden beschouwd. Kortom, onze  maatschappij schrijft de senioren af op basis van hun leeftijd en niet op basis van hun kennis of kwaliteiten. Het is zeker aan de seniorenverenigingen om deze problematiek onder de aandacht te brengen, en door middel van educatie en bewustwording de attitudes ten opzichte van ouderen te veranderen, maar ook initiatieven te nemen voor wetgeving die discriminatie verbiedt en handhaving van die wetten. Ook bedrijven kunnen profiteren van diversiteit in leeftijd, omdat oudere werknemers vaak waardevolle ervaring, stabiliteit en een ander perspectief meebrengen naar de werkplek.

Langetermijndenken: Er is een groot gebrek aan langetermijndenken van onze politiekers over de kostprijs en noodzakelijkheid van hulp aan de oudere bevolking. Deze groep heeft immers specifieke gezondheidsbehoeften zoals chronische ziekten en langdurige zorg.

De sociale isolatie en de eenzaamheid van ouderen: Door beperkte sociale netwerken dreigt een belangrijke groep van onze bevolking steeds meer geïsoleerd te worden. Dat isolement kan verschillende oorzaken hebben: fysieke beperkingen zoals chronische gezondheidsproblemen, een verlies aan mobiliteit, gehoorverlies of verminderd gezichtsvermogen, het verlies van de partner, familieleden of vrienden, met pensioen gaan waardoor vele sociale contacten wegvallen, financiële beperkingen, de steeds meer gedigitaliseerde maatschappij, enz.

Pensioenzekerheid: Het waarborgen van een degelijk pensioeninkomen is essentieel om een waardig en comfortabel leven te leiden na pensionering. Daarom zal de toekomstige regering veel meer moeten inzetten op de pensioenhervormingen.

Huisvesting: Het faciliteren van geschikte huisvesting en het creëren van leefomgevingen die ouderen ondersteunen om zo lang als mogelijk zelfstandig te blijven wonen zijn van groot belang.

Digitale inclusie: Door de toenemende digitalisering zal de maatschappij ervoor moeten zorgen dat ouderen toegang hebben en vertrouwd  geraken met de digitale technologieën en zo hun toegang tot bepaalde diensten kunnen behouden.

Euthanasie: Het zelfbeschikkingsrecht op het eigen levenseinde in alle omstandigheden, waarbij de persoon die euthanasie wenst dit zelfstandig, weloverwogen en consistent kan beslissen. Ook bij dementie kan deze beslissing bepaald worden op basis van duidelijke criteria op het ogenblik waarop zij/hij nog in staat is om zelfstandig eigen beslissingen (wilsbekwaam) te nemen. Deze moeten dan in een later stadium ook consequent uitgevoerd te worden. Ook indien de persoon nog onvoldoende kwaliteit van het leven ervaart of de omgeving ze niet meer kan bieden en zij/hij het leven als voltooid beschouwt, moet euthanasie mogelijk zijn. Het is tijd om ook hier het debat te voeren. Het kostenargument, het gebrek aan arbeidskrachten en de druk van de familie of omgeving mag echter nooit naar voorgeschoven worden als argument om het leven te beëindigen.

Dit zijn allemaal belangrijke thema’s, bedankt voor het interview, voorzitter.

Lise Reniers 

ga terug