Maak een einde aan de leeftijdsdiscriminatie bij het toekennen van toelages voor mensen met een beperking

woensdag, 18 januari, 2023

Federaal minister Karine Lalieux diende recent een wetswijziging in met betrekking de integratietegemoetkoming voor mensen met een beperking. Het recht op de integratietegemoetkoming en ook de sociale voordelen die hierbij horen, eindigen zodra de leeftijd van 65 jaar bereikt wordt en je op pensioen gaat. Mensen met een beperking betalen een hoge tol voor het pensioen en het ouder worden.

Over deze problematiek werd ik door een dame met aangeboren beperking – een autosomaal dominante genetische afwijking en erkend door de dienst van het FOD – gealarmeerd. Momenteel functioneert zij goed op de arbeidsmarkt (binnen het onderwijs) waar zij normaal op 65 jaar op pensioen zal moeten gaan. Mevrouw is alleenstaande – haar echtgenoot is plots overleden op 50-jarige leeftijd – en heeft een heel beperkt netwerk zonder naaste familie. Ze is ook mantelzorger voor haar hoogbejaarde moeder. Ze heeft significante problemen van de bovenste ledematen in combinatie met hartproblemen, een aandoening die met ouder worden waarschijnlijk niet gunstig zal ontwikkelen. Voor deze dame heeft haar pensioen een zeer zware financiële impact.

Vroeger werden de samenwonenden met een beperking gediscrimineerd op basis van hun gezinssituatie, deze discriminatie werd weggewerkt. Sinds 1 januari 2021 werd bij de berekening van de integratietegemoetkoming – een federale maatregel – ‘de prijs van de liefde’ afgeschaft. Dit wil zeggen dat er geen rekening meer gehouden wordt met de inkomens van de partner. Dit is voor heel wat personen met een beperking jonger dan 65 jaar een verbetering; zij kwamen plots wel in aanmerking voor een integratietegemoetkoming of hadden recht op een hoger bedrag.

Voor alleenstaanden met een beperking die nog actief waren veranderde er evenwel niets, maar dit werd door Minister Lalieux ingezien en gecorrigeerd door de zogenaamde maatregel "prijs van de arbeid". De regering verhoogde recent aanzienlijk de vrijstellingsgrens van het inkomen uit arbeid en van het vervangingsinkomen voor de berekening van de integratietoeslag (IT). Deze regeling trad in werking op 11 maart 2022.

Helaas werd deze lijn niet doorgetrokken naar het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood, wat op Vlaams niveau wordt toegekend aan 65-plussers met een beperking. Daarbij wordt nog steeds rekening gehouden met de inkomens van de partner en iedereen die onder hetzelfde dak woont als de 65-plusser met een beperking. Met andere woorden: als het pensioen te hoog is, vervalt de integratietegemoetkoming en het zorgbudget. Of anders gesteld,  een pensioen wordt blijkbaar niet gezien als een vervangingsinkomen eens men de 65 voorbij  is.

De bedragen van het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood liggen ook een pak lager dan de bedragen van de integratietegemoetkoming (die wegvalt als de persoon de leeftijd van 65 jaar bereikt), waardoor je ook als alleenstaande plots minder steun krijgt. Ter vergelijking:

 

Integratietegemoetkoming (max. per maand)

Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (max. per maand)

Categorie 1

€ 121,75

€ 102

Categorie 2

€ 402,69

€ 388

Categorie 3

€ 640,43

€ 472

Categorie 4

€ 930,71

€ 556

Categorie 5

€ 1.055,15

€ 683

 

Het is zo dat mensen die recht hebben op de integratietegemoetkoming (en de inkomensvervangende tegemoetkoming) die toelage verliezen op 65-jarige leeftijd. Dan kunnen zij een aanvraag doen voor het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood, maar de bedragen zijn lager en de voorwaarden strenger. Hier is dus inderdaad sprake van discriminatie op leeftijd. Dit kan zeer pijnlijke gevolgen hebben, zoals mensen die een onroerend goed noodgedwongen moeten verkopen om te kunnen rondkomen na hun 65ste.

Ideaal zou natuurlijk zijn dat de integratietegemoetkoming – die meestal besteed wordt aan huishoudhulp en praktische ondersteuning – verder zou kunnen toegekend worden nadat men 65 jaar geworden is. Vergelijk het met het persoonsvolgend budget (PVB) voor mensen met een beperking: heb je een beperking vóór de leeftijd van 65 jaar én is die beperking erkend door het VAPH, dan loopt het PVB door na de leeftijd van 65 jaar. Of een andere optie zou kunnen zijn dat de Vlaamse overheid bij de bepaling van het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood de bedragen en voorwaarden van de integratietegemoetkoming  overneemt. Het is moeilijk te begrijpen dat er andere voorwaarden gelden en er andere inkomensgrenzen worden opgelegd eens men 65 jaar is.

De Vlaamse mantelzorgverenigingen beginnen deze maand te schrijven aan hun knelpuntennota, die tegen 15 april wordt bezorgd aan het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. De mantelzorgverenigingen bekijken om dit probleem in de knelpuntennota  op te nemen. Het feit dat 65-plussers met een beperking een lagere tegemoetkoming krijgen doordat het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood niet gelijkloopt met de integratietegemoetkoming, heeft immers ook zijn weerslag op hun mantelzorger(s): o.a. besparing op professionele hulp of vrijwillige oppas, waardoor de mantelzorger meer zelf moet doen.

Het verschil tussen de bepalingen voor de integratietegemoetkoming en die voor het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood brengt heel wat 65-plussers met een beperking in de problemen, doordat ze het plots met veel minder financiële middelen moeten stellen.  Deze discrepantie tussen beide steunmaatregelen zou dringend weggewerkt moeten worden, zodat mensen met een beperking zich na hun pensioen niet in een financiële put storten.  

Geert Messiaen - Senior Writer Vief

 

ga terug