Belang van diversiteit in de vereniging

Diversiteit is sinds geruime tijd een reëel gegeven. Kunnen omgaan met deze diversiteit wordt vandaag gezien als een algemene competentie voor iedere burger in onze samenleving en maakt derhalve een belangrijk onderdeel uit van het dagelijkse leven. Ook als organisatie kan je er niet langer omheen en is samenwerking in heterogene groepen een basisprincipe voor ieder verenigingslid in een mondiale maatschappij.

Diversiteit is de norm, ermee leren omgaan is dus de uitdaging. Het betreft de bekwaamheid om bedachtzaam om te gaan met de complexiteit en dynamiek van de gelaagde diversiteit in alledaagse contexten. Vrij vertaald is omgaan met diversiteit op een respectvolle en reflectieve manier omgaan met onderlinge verschillende mensen en met de organisaties en verbanden waar je bij wenst te horen zonder iemand op grond van persoonskenmerken uit te sluiten, te ontwijken, te veroordelen of te stereotyperen. Binnen een vereniging gaat het over het respecteren van en het rekening houden met zowel individuele als groepsmatige verschillen tussen bestuursleden, leden en vrijwilligers. 

Diversiteit wordt vaak gelijkgesteld aan ‘multiculturaliteit’ of ‘etniciteit’. Het roept een beeld op van mensen met een andere huidskleur, religie of etnische afkomst. Dit is echter een te eenzijdige benadering van het begrip en dekt niet de volledige lading. Diversiteit overstijgt de etnisch-culturele variëteit en bevat àlle aspecten waarop mensen met en van elkaar verschillen. Het gaat daarbij zowel over zichtbare identiteitskenmerken zoals sekse, leeftijd en huidskleur, als over minder waarneembare aspecten zoals seksuele oriëntatie, ziekte/beperking, competenties, wensen, behoeftes, politieke voorkeur of sociaal-economische achtergrond. Het valt niet te betwisten dat ook de groep ‘ouderen’ een heterogene groep is waarbij de individuen van elkaar op vele vlakken verschillen. Onderstaande afbeelding geeft de meerlagigheid van het concept ‘diversiteit’ goed weer. 

(Bron: Gardenswartz, L., & Rowe, A. (1998). Managing diversity: A complete desk reference and planning guide. McGraw Hill Professional.)
(Bron: Gardenswartz, L., & Rowe, A. (1998). Managing diversity: A complete desk reference and planning guide. McGraw Hill Professional.)

Een divers bestuurs- en ledenbestand kan een meerwaarde bieden als dit gecombineerd wordt met een goed gevoerd diversiteitsbeleid, waarbij alle activiteiten die uitgaan vanuit de vereniging bijdragen aan het optimaal en duurzaam benutten van de talenten van alle bestuursleden, leden en vrijwilligers, rekening houdend met hun onderlinge verschillen én overeenkomsten. 

Diversiteit is in principe niet moeilijk om te bereiken, wel om te begrijpen. Een vaak voorkomend argument dat wel eens gebruikt wordt om zich tegen diversiteit af te zetten in een vereniging, is dat het louter leidt tot communicatieproblemen, misverstanden, ongewenste groepsvorming en conflicten. Vanuit deze gedachtegang lijkt aandacht voor diversiteit een nutteloze investering. Niettemin is diversiteit een kritische succesfactor voor een organisatie en biedt het heel wat nieuwe kansen. 

In het algemeen vormen de Vief-verenigingen tot op heden geen representatie van de actuele, diverse bevolking. Om als socio-culturele vereniging een verschil te betekenen in het Belgische verenigingsleven en een ruimer publiek van leden en vrijwilligers te engageren, is oog hebben voor en het implementeren van diversiteit binnen het bestaande team een belangrijke factor. Het aantrekken en binnenhalen van individuen van verschillende leeftijden, genders, sekses, (fysieke en/of verstandelijke) competenties, religies en etniciteiten kan een boost betekenen voor de functionaliteit van een organisatie. 

Elke vereniging is afhankelijk van een voldoende aanbod van talentvolle vrijwilligers, leden en bestuursleden. Het is vanzelfsprekend dat, wanneer je diversiteit toelaat en een verscheidenheid aan personen welkom is, dit als voordeel heeft dat je vist in een grotere vijver van talent. Variëteit in het bestuurs- en ledenbestand maakt dat de individuen meer efficiënt, volgens hun verschillende, unieke bekwaamheden kunnen worden ingezet, wat de organisatie dus op lange termijn functioneler en succesvoller maakt. Bestuursleden, leden en vrijwilligers die volgens hun talenten worden ingezet, zijn bovendien meer gemotiveerd en betrokken en blijven bijgevolg meer loyaal aan de vereniging. 

Ieder individu bekijkt en beoordeelt de realiteit vanuit zijn/haar eigen referentiekader, doorheen een gekleurde bril van eerdere ervaringen. Mensen zien, horen, handelen en reageren dus steeds vanuit voorafgaande (groeps-)ervaringen en zijn daardoor in meer of mindere mate onbewust bevooroordeeld tegenover verschillende groepen mensen. Het is eigen aan de mens om eerder positieve vooroordelen te hebben over personen die op ons gelijken dan tegenover individuen en groepen die van ons verschillen. Negatieve vooroordelen en stereotypen tegenover bepaalde sociale groepen kunnen echter nefast zijn voor de goede werking van een organisatie of vereniging. Diversiteit binnen het team kan hier heilzaam zijn, het zorgt er immers voor dat bestuursleden, leden en vrijwilligers bewust(er) worden van de eigen – vaak foutieve – vooringenomenheid en hierdoor objectiever kunnen omgaan met verschillende situaties om vlotter naar een gezamenlijk doel te werken. 

 

ga terug