Opinie – Woonzorgcentra zijn niet klaar voor de nieuwe generatie ouderen
Het is een cliché: iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn. Toch is het de voorwaarde om lang te leven. Ouder worden is in de eerste plaats een geluk en geen probleem. Over 10 jaar zal ongeveer 5% van de Vlamingen 80 jaar of ouder zijn. We moeten dan ook met z’n allen, jong en oud, instaan voor de waardigheid en levenskwaliteit van ouderen en respect hebben voor hun autonomie.
De manier waarop we ouderen worden, hangt van veel verschillende factoren af en is voor iedereen anders. Dat maakt dat de groep “ouderen” in onze samenleving zeer divers is. Dé oudere bestaat niet en elke oudere heeft ook andere wensen en verwachtingen. Dat maakt de vergrijzing ook een uitdaging, een uniforme aanpak werkt niet. De ouderenzorg zal zich daaraan ook moeten aanpassen.
Ouderen worden mondiger
De protestgeneratie of de babyboomers, geboren tussen grosso modo 1945 en 1955, hebben een uitgesproken mening en laten deze ook steeds vaker horen. Ze laten zich niet zomaar opzij zetten, omdat ze 65+ zijn. De zestigers en zeventigers van vandaag willen ouder worden, maar het wel anders beleven dan de generaties voordien. Ze kunnen dat ook doordat ze langer gezond blijven. Ze willen actief blijven en deel uitmaken van de maatschappij.
Echter blijft in de maatschappij het beeld dat verouderen gelijk staat aan verzwakken dominant. Het is de schok die velen te wachten staat eens ze de magische grens van 65 jaar bereiken. Veel deuren worden op die leeftijd plots gesloten, terwijl het bereiken van een bepaalde leeftijd geen nutteloosheid zou mogen betekenen. Ouderen kunnen een meer dan waardevolle en actieve rol bekleden in de maatschappij. Is het immers geen realiteit dat in het verenigingsleven en in het vrijwilligerswerk voornamelijk ouderen actief zijn? 65-plussers willen aan hun “ouder” worden meer dan ooit een betekenis geven en het zinvol invullen.
De toekomst van woonzorgcentra
Vroeg of laat zullen de meeste ouderen wel eens beroep moeten doen op extra hulp of zorg, al was het maar tijdelijk. Iedereen die zich dag in dag uit inzet in de (ouderen)zorg verdient eerst en vooral een pluim. De impact die gezamenlijk wordt gecreëerd op het welzijn en de levenskwaliteit van ouderen is niet alleen deugddoend, maar ook noodzakelijk. Ouderen moeten zich veilig, geliefd en verzorgd voelen, al horen we te vaak verhalen waarbij de manier waarop er met ouderen wordt omgegaan niet correct is.
Tijdens de coronapandemie zijn woonzorgcentra vaak in een slecht daglicht geplaatst en gelukkig zijn er sindsdien wel aanpassingen gebeurd. Woonzorgcentra dienen dialoog en participatie als een prioriteit in hun werking te zien, met inspraak voor de bewoners. Waarom zouden ze niet mee kunnen besturen? Om dat mogelijk te maken moeten woonzorgcentra ook kleinschaliger worden, wat niet altijd mogelijk is. Daarom ontstaan ook steeds meer alternatieve woonvormen zoals assistentiewoningen, zorgwonen of cohousing. Dit kan (deels) tegemoet komen aan het verlangen om als oudere zelf de touwtjes in handen te houden.
De ouderenzorg zal ook geconfronteerd worden met een groei van het aantal personen met dementie. De woonzorgomgeving zal zich ook hieraan moeten aanpassen, net als het zorgpersoneel. Ze zullen ook steeds meer op maat van de bewoners met dementie moeten werken.
De vergrijzing is eigenlijk een succesverhaal, door de evolutie van de gezondheidszorg worden we steeds ouder. Zestigers en zeventigers nu willen hun leven echter anders invullen dan de vorige generaties. De ouderenzorg zal moeten evolueren om daarop in te spelen. Daarnaast wordt dementie de echte uitdaging van de toekomst.
Geert Messiaen
Senior writer Vief