Pleidooi voor een toekomstbestendig woonzorgcentrum
Woonzorgcentra zijn vandaag de dag gelukkig veiligere havens. Het is er ook goed vertoeven, dankzij de inzet en deskundigheid van het verzorgend personeel, de medewerkers, de mantelzorgers en vrijwilligers die zich dagelijks met hart en ziel wijden aan het verlenen van kwaliteitsvolle zorg. Maar wat de ouderen in de woonzorgcentra overkwam tijdens de coronaperiode deed voornamelijk de generatie babyboomers nadenken over hoe zij hun oude dag willen doorbrengen. Er worden vragen gesteld over de kwaliteit van de aangeboden ondersteuning in sommige woonzorgcentra. Daarnaast staat ook de betaalbaarheid onder druk. Recent kwam nog aan het licht dat 8 op de 10 Belgische gepensioneerden hun rusthuisfactuur niet kunnen betalen van hun wettelijk pensioen. En de prijs zal waarschijnlijk nog toenemen door de stijgende energieprijzen… Is de visie en de aanpak in de woonzorgcentra de juiste voor de toekomst?
Generaties veranderen
De 65-plussers van nu blijven langer gezond, zijn hoger opgeleid, zijn digitaal vaardiger en mondiger. Het is ook nog onvoldoende doorgedrongen in onze samenleving dat niet alle ouderen zorgbehoevend zijn. Veroudering wordt nog te veel geassocieerd met verlies, achteruitgang, hinder, eindigheid en onproductiviteit. Dat is niet correct. Een 70-jarige heeft ook andere behoeften dan een 85-jarige.
De huidige generatie ouderen streeft naar meer solidariteit tussen de generaties, naar samenspraak, naar samenleven van jong met oud en oud met jong. Werkelijk samen leven, samen werken, elkaar ondersteunen, daar gaat het over en zo kunnen en zullen bergen verzet worden. Ouderen mee laten beslissen over de aangeboden opvangvormen zou een stap in de goede richting zijn.
Vernieuwende modellen
Er zijn ook al voorbeelden te vinden waar kleinschaligheid en/of inspraak centraal staan. Inspiratie kan gehaald worden in het Noorden van Europa waar in het kader van het ouderenbeleid een belangrijke rol is weggelegd voor de plaatselijke overheid. Zij staan ook veel verder wat betreft inspraak van bewoners in het reilen en zeilen van de woonzorgcentra.
Sommige woonzorgcentra in België experimenteren met het Zweedse Tubbemodel. Dit model stimuleert gezamenlijk beslissen en streeft naar participatie van iedereen (bewoners, personeel, families,…). Op die manier willen ze van het woonzorgcentrum een aangename, motiverende woon-, leef- en werkplek maken, waar ieders vaardigheden aan bod komen. Een ander voorbeeld zijn de Thomashuizen voor mensen met een verstandelijke beperking. Het zijn kleinschalige voorzieningen waar mensen met een verstandelijke beperking samenwonen in een huis, in een veilige omgeving. Ze worden er liefdevol verzorgd en kunnen er onbeperkt leven met korte communicatielijnen en warmte. De persoonlijke aanpak staat er centraal.
De ouderen van nu willen niet betutteld worden en hebben geen zin om dwingend beperkende en opgelegde maatregelen te volgen. Ze willen meer vrijheid, zelfregie en participatie. Door een gebrek aan arbeidskrachten is dit vandaag de dag vaak niet mogelijk. Er kan onvoldoende rekening gehouden worden met de wensen en behoeften van bewoners en er blijft weinig tijd over om het mens zijn en het psychisch welzijn optimaal in te vullen. Het wordt de hoogste tijd om de ouderenzorg duurzaam te structureren, zodat zorg betaalbaarder wordt en er meer aandacht kan gaan naar het mentale welzijn van de bewoners.
Buurtgerichte zorg
Het woonzorgcentrum moet kleinschaliger worden dan de mastodonten van vandaag. Er moeten ook contacten gelegd worden met de buurt. Na de coronacrisis zijn er tal van gewijzigde maatschappelijke omstandigheden ontstaan zoals de buurtzorg. De buurten zijn echter niet aangepast aan ouderen en de woonzorgcentra zijn niet de zaligmakende oplossing.
Vandaag zoekt de oudere naar een gezonde mix tussen woonzorgcentrum en eigen woonst met zelfstandigheid, gezondheid en geluk. Zorgbehoevende ouderen die wensen thuis te blijven wonen of in een assistentiewoning moeten hulp kunnen krijgen vanuit het woonzorgcentra indien noodzakelijk. Omgekeerd dienen thuiszorgdiensten actief in de buurt ingeschakeld te kunnen worden bij personeelstekort in het woonzorgcentrum. De eerstelijnsdiensten moeten meer samenwerken.
Integreer het woonzorgcentrum ook in de buurt. Isoleer het woonzorgcentra en de bewoners niet van de rest van de samenleving, maar zorg voor interactie door een opendeurbeleid te hanteren. Maak bijvoorbeeld de cafetaria toegankelijk voor buurtbewoners en voorbijgangers, betrek naburige scholen en laat er lessen doorgaan, organiseer er culturele evenementen of tentoonstellingen,…
Betrek ook de mantelzorgers en communiceer met hen. Ervoor zorgen dat zij op elk moment vrij toegang hebben tot het woonzorgcentrum waar hun naaste verblijft, kan al een grote stap vooruit zijn. Zij kunnen een deel van de zorgtaken overnemen op dat moment.
De toekomst van de woonzorgcentra
In 2018 werd door de Vlaamse Ouderenraad al een reeks algemene bedenkingen en prioriteiten geformuleerd over de toekomst van de woonzorgcentra. Ze hadden als doel de kwaliteit van leven en zorg te versterken en blijven ook vandaag nog relevant. Zij ijverden toen voor een groot en divers zorg- en ondersteuningsaanbod, een verhoging van de personeelsnormen, financiële transparantie en een constante monitoring van de kwaliteit van zorg en leven. De Vlaamse Ouderenraad stelde toen ook dat de woonzorgcentra, de residentiële ouderenzorg, een echte thuis voor kwetsbare personen moet zijn. Verhuizen naar een woonzorgcentrum moet het leven van thuis zo goed als mogelijk verder zetten. Ouderen moeten op die manier meer dan ooit hun waardige plaats in de maatschappij krijgen. In die maatschappij vormen ouderen een steeds grotere groep, maar de samenleving is niet klaar voor de vergrijzingsgolf.
De 60-ers en 70-ers van vandaag geven een andere invulling aan hun leven na hun pensioen en worden niet aangetrokken door de woonzorgcentra, integendeel. Het wordt dringend tijd dat er ook geluisterd wordt naar de ouderen zelf.
Vief pleit voor kleinschalige woonvormen die buurtgebonden zijn, waarbij de buurt ook aangepast is aan de oudere bewoner en geschikte voorzieningen heeft. Deze zijn complementair aan de woonzorgcentra. Daar ligt volgens ons de toekomst. Ouderenzorg is meer dan woonzorgcentra. Het gaat niet alleen om personeel en budget, maar ook om zorgarchitectuur, het verenigingsleven, toegankelijkheid, aangepaste voorzieningen. Het is dus meer dan een louter financieel probleem, maar het vraagt wel een inspanning en de nodige acties. Het is 5 voor 12 wat dat betreft.
Geert Messiaen
Senior writer Vief