Vief in gesprek met Will Tura

donderdag, 30 september, 2021
Will Tura

Will Tura is 81 jaar. Zijn carrière heeft iets van een eeuwig durend verhaal, zoals ook zijn leven. ‘Eenzaam Zonder Jou’, zijn grootste hit, is onsterfelijk, hijzelf daardoor ook. “Je moet me niet vragen wat de toekomst brengt, want ik heb geen enkel idee. Vraag me evenmin of ik honderd jaar wil worden. Ik leef nu, ik pluk elke dag en ben heel gelukkig. En denk je echt dat ze binnen 50 jaar nog mijn liedjes zullen draaien? Ik betwijfel het”, begint de babbel met Will. 

Het probleem met zangers is dat je vaak vergeet dat hun artiestennaam anders is dan de naam op hun paspoort. Will heet in het echt Arthur Blanckaert. Hij is de zoon van Désiré Blanckaert en Magdalena Boomgaert, vertelt hij. “Mijn vader overleed toen hij 76 jaar was, mijn moeder op haar 83ste. Mijn vader was seizoensarbeider in Noord-Frankrijk. 

Dat is niet zo onlogisch, want ik werd geboren in Veurne. Dan is de Franse grens niet ver. Mijn pa was schrijnwerker, hout was zijn ding. Ik was de vierde van vijf kinderen. We waren met vier jongens en een meisje. Ik ben geboren in 1940, het jaar dat de Tweede Wereldoorlog begon. Ik was er vijf toen die stopte.” 

Hoe wordt iemand zanger, Will? 

“Door in de eerste plaats van muziek te houden. Mijn ouders stimuleerden het niet, maar ze waren er ook niet tegen. Ik kreeg trouwens van mijn vader mijn eerste accordeon, hoewel hij voor mij een andere toekomst zag. Een muziekinstrument kopen was niet evident, want we waren niet rijk. Die accordeon zal geld gekost hebben. Maar ik was vol van muziek, de drive kwam uit mezelf, hoewel ik aanvankelijk eigenlijk filmacteur wilde worden. Op het witte doek komen was de grote droom. Ik had ‘Gejaagd door de Wind’ gezien en dat sprak me aan. Ik wilde dat ook doen.” 

Is het waar dat je als kleine jongen met Bobbejaan Schoepen op het podium stond? 

“Bobbejaan trad dat jaar op in Veurne en kreeg me in de gaten. Hij haalde me op het podium, zette me een cowboyhoed op en liet me meejodelen, want ik kon dat goed. Ik was maar een jaar of negen toen ik leerde jodelen.” 

Je was toen al met muziek bezig. 

“Ik was niet zo sportief, ik volgde liever muziekschool. Heel intens en heel graag trouwens. Ik doorliep alle klassen, tot op het conservatorium toe. Ik speelde aanvankelijk mondharmonica, dan accordeon. Ik begeleidde het koor in de kerk en op school. Ik kon ook drummen. Mijn moeder zei vaak dat ik talent had voor muziek.” 

We kennen natuurlijk allemaal ‘Eenzaam Zonder Jou’ en ‘Draai dan 797204’. Het waren de favoriete slows van onze tijd. Zijn dat je eerste liedjes? 

“Neen, mijn allereerste plaatje was ‘Byebye love’ van de Everly Brothers. Het was een cover. In een eerste fase vertaalde ik Engelse songs. Eigenlijk schreef en zong ik vijf jaar liedjes zonder veel naam en faam te hebben. ‘Eenzaam Zonder Jou’ heeft dat veranderd.” 

Vertel eens iets over dat liedje? 

“We waren in 1957 en op dat moment op vakantie in Zuid-Frankrijk. Ik was zeventien jaar. Het was die dag heel warm en ik zat op een terras van zo’n typisch Frans cafeetje. Ik had een vriendinnetje, maar dat kon niet meegaan. En ik miste haar. Ik had plots een inval, pakte een paar bierviltjes en werkte mijn idee uit. In eerste instantie heette de song ‘I feel so lonely’, maar dat hebben we later vertaald.”

Hoe doe je dat een liedje schrijven? 

“Meestal was er eerst de muziek, dan pas de tekst. Veel melodieën werden geboren in de auto. Ik zat met een ingeving, neuriede het een paar keer, schreef het op of zong het in op een cassette om het dan achteraf thuis op piano verder uit te werken. Hoe vaak zou ik niet langs de graskant of op de pechstrook of op een parking met de auto gestopt zijn om iets te noteren... Heel vaak.” 

Iets anders, Will. Hoe heb jij corona ervaren? Heb je het gehad? 

“Neen, gelukkig niet. Ik moet wel zeggen dat mijn vrouw Jenny en ik een hele periode bewust weinig mensen zagen, dat we heel voorzichtig leefden. We namen geen risico’s. We hadden elkaar, daar deden we het mee. Samen waren we sterk. We deden ons best om gezond te blijven en dat is gelukt.” 

Voor je artiestenbestaan was het anders. Optredens konden niet. 

“Dat was bizar, heel bizar. Corona miste zijn effect niet. Als artiest viel mijn wereld plots helemaal stil, want ook ik zag een hele reeks optredens wegvallen. Ik geef toe dat ik eronder leed. Het deed heel veel pijn. Het was onwezenlijk. Ik had dat nooit eerder meegemaakt. Vanaf mijn 17de was ik bijna dagelijks bezig met optredens, plots stond ik ongewild op non-actief. Ik beken eerlijk dat ik het een tijdlang somber inzag. Ik vroeg me echt af of het nog wel in orde zou komen. Ik zag geen doelen meer.” 

Wat was het gevolg?

‘Ik was verplicht van mezelf in handen te nemen. Als zanger heb je een stem die je moet fit houden, die sterk moet blijven. Je hebt ook echte conditie nodig om het leven te leiden dat je leidt. Je beweegt immers veel op zo’n podium. Bovendien zijn lange en late optredens best zwaar. Als je jong bent, vergt zoiets al karakter. Als je 80 bent, is dat nog veel erger. Je mag je echt niet laten gaan.” 

Wat deed je?

“Ik ben nog iets intenser gaan joggen en wandelen, ongeveer elke dag, maar zonder forceren. Ik ben ook mijn stem bewust blijven oefenen, ik deed stemverheffingen. Ik ben ook intenser gaan gitaar en piano spelen om mijn vingers in beweging te houden. Als muzikant en zanger doe je zoiets gelukkig graag. Ik hield de controle. Ondertussen leefde ik me uit als componist, ik heb een reeks nieuwe liedjes geschreven. En mijn piano, mijn gitaar waren meer dan ooit mijn beste vrienden.”

Will Tura Wat heb je als het ergste ervaren? 

 “Ik heb het publiek zwaar gemist. Publiek, daar ben je zanger voor. Ik heb me bij  momenten afgevraagd voor wie ik het nog deed. Het duurde veel te lang voor er opnieuw perspectief was. Ik had geen doelen meer.” 

Je bent nu 81 jaar. Je hebt duidelijk geen last van je leeftijd. Je bent recent een tournee van 8 optredens doorheen heel Vlaanderen begonnen. 

“De tournee die aanvankelijk was gepland voor mijn 80ste verjaardag. We doen die nu met anderhalf jaar vertraging. We trekken van Middelkerke en Gent via Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant naar Oostende. Ik keek daar enorm naar uit. Heerlijk om te doen trouwens. Dat zoiets nog mogelijk is en kan, heeft niets met leeftijd van doen. Ik heb een band met straffe muzikanten die het me makkelijk maken. Ben ik trouwens blij dat ik weer tussen mijn kompanen zit. Ik voel opnieuw dat ik leef. Zelf zit ik 60 jaar in het vak. Dan mag je zeggen dat je ervaring hebt. (Lacht) Ik maak me geen zorgen.”

Ben je op je leeftijd nog zenuwachtig voor zo’n optreden? 

“Een artiest heeft altijd stress, dat hoort bij de job. Maar het is positieve stress. Je wil dat podium op. Dat is zoals met sportmensen. Die hebben doelen, leven ernaar toe en dat geeft adrenaline die er op een bepaald moment uit moet. Het enige probleem is dat zoiets op je stem kan slaan. En dat betert niet met ouder worden. (lacht)” 

Wat zegt je vrouw ervan? 

“Die steunt me, ze kent me, ze kent mijn job, maar ze is natuurlijk bezorgd. We hebben onze leeftijd.” 

Hoe leerden jullie elkaar kennen? 

“Op een gemeenschappelijk privéfeestje bij mijn manager en producer van destijds, Jean Klüger.” 

Was het liefde op het eerste gezicht?

“Voor mij wel, voor Jenny niet. Zij wilde het rustigaan. Het was ook niet zo evident. Jenny had in die eerste periode een job in het Brusselse, ze werkte op kantoor, had haar vaste uren en ik was artiest met vooral een laat weekendleven. We hebben ons moeten aanpassen, maar graag natuurlijk. Ik reisde vaak naar het Brusselse en Jenny ging mee naar optredens. Twee jaar later, in 1973, zijn we getrouwd.” 

Nog twee jaar en jullie kunnen je 50ste huwelijksjubileum vieren. 

“Fantastisch he. Jenny was de ideale vrouw voor mij. Ik had me geen betere kunnen wensen of dromen. Ze wist wat ze wou, ze wist wat ik wou, we volgden elkaar daarin. Ons mooie huwelijk straalde af op mij. Jenny was de rots in de branding. Haar nuchterheid hield me altijd met twee voeten op de grond.”

Jullie hebben jullie relatie een hele tijd geheim gehouden. 

“Dat was toen zo. Als jonge zanger en jong tieneridool teerde en leefde je op je fans. Vooral vrouwelijke fans. We konden niet zeggen dat we getrouwd waren of een lief hadden, want dat zou nefast geweest zijn voor mijn carrière. Collega’s hebben dat ook meegemaakt. Jenny had daar geen moeite mee. Ze wist dat en ging erin mee. Nu zou zoiets nooit nog gebeuren. Tijden zijn in die context gelukkig veranderd, maar toen was het anders.” 

Jullie hebben twee kinderen, een zoon David -hij is de oudste- en een dochter Sandy die met Luc Alloo samen is. Hebben jullie kleinkinderen? 

“Neen, nog niet. Ze zouden meer dan welkom zijn, we kijken ernaar uit, maar het zijn niet wij die daarover beslissen he. (lacht) Ze zouden vertroeteld worden, die kindjes, zeker weten. Trouwens, Luc heeft twee kinderen uit zijn eerste relatie. Die zien we ook graag.” 

Wat doen David en Sandy als job? 

“David is piloot bij Brussels Airlines en Sandy doet o.a. mijn management. Zij regelt mijn optredens, zij is mijn connectie met organisatoren en media. Zij houdt de zanger Tura in leven. Ze doet dat heel goed.” 

Je bent nu 81, Will. Hoe lang ga je nog willen zingen? 

“Geen idee. We zien wel. Ik kijk niet vooruit. Ik leef in het nu, ik ben blij met elke dag en elk optreden dat zich aandient.” 

Je hebt je tijdens corona wel eens laten ontvallen dat het einde van je carrière zich aandiende. 

“Ik kan niet anders dan zo denken. Als je 81 bent, is het normaal dat je je afvraagt hoelang het nog zal duren. Maar nu zeggen dat ik stop is te vroeg. Ik wil er op een mooie manier een punt achter zetten. Maar is het morgen, no problem. Het einde is iets onvermijdelijks. Vroeg of laat zal het zich voordoen. Dan kan ik alleen maar dankbaar zijn voor wat ik heb kunnen verwezenlijken. Ik wilde destijds absoluut zanger worden. Ik werd het en dat is fantastisch.” 

Will Tura zal altijd een begrip zijn. 

“Denk je? Weet je dat er aanvankelijk een andere artiestennaam voor mij was voorzien? Een tijdlang leek het James Blanca te worden, maar uiteindelijk werd voor Tura gekozen. Dat is afgeleid van mijn voornaam Arthur.” 

Denk je wel eens aan de dood? 

“Zoals iedereen van onze ouderdom, dat is normaal. Sterven hoort er nu eenmaal bij. Ik ben me er erg van bewust dat het van ene moment op het andere kan voorbij zijn. Ik let dus op op wat ik eet en op wat ik drink en doe. Ik hol mezelf niet voorbij.” 

Ben je al met de dood geconfronteerd? 

“Zeker. Mijn ouders zijn al jaren overleden, ik heb ook drie broers die er niet meer zijn. Dan weet je wat het betekent om iemand te missen. Ik heb gelukkig nog mijn zus Jacqueline.”

Zangers zijn zoals schrijvers, ze sterven nooit. Auteurs zullen altijd gelezen worden en jouw songs zullen altijd op de radio komen. Hoeveel liedjes schreef je eigenlijk? 

“725, denk ik. Ja, dat zijn er heel veel. Zoiets kan enkel als je vele stijlen en genres combineert, van rock tot slow, van disco tot rap, van gospel tot jazz. Ik stond open voor alles. Ik probeer ook mee te gaan in moderne trends. Net die enorme variatie hield me levendig en alert. Ik beken dat ik altijd heel veel inspiratie had. Misschien weet je het niet, maar ik schreef ook nummers voor Marva, voor Jimmy Frey en Ann Christy. En ik had in de persoon van Nelly Byl een super tekstschrijfster. Ikzelf was de man van de melodieën.” 

Ik zal voor eeuwig en altijd ‘Eenzaam Zonder Jou’ graag horen.

“Ik was zeventien jaar toen ik dat liedje schreef. Ik deed mijn eerste optreden als soloartiest op de dag dat ik achttien jaar werd. De rest is historie en kwam eruit voort. Sinds ‘Eenzaam Zonder Jou’ leid ik een speciaal leven, maar ik zou het nooit anders hebben gewild. Mijn droom kwam uit.“ 

 

Noël Truyers 

 

ga terug