Opinie - Negatieve beeldvorming van ouderen schaadt meer dan alleen gevoelens
De Raad van Europa bracht een rapport uit in mei (The 2021 Ageing Report Economic & Budgetary Projections for the EU Member States) dit jaar over de vergrijzing van de samenleving waarin de focus voornamelijk lag op het fiscale aspect ervan. In dit rapport worden er projecties tot in 2070 gemaakt over hoe de uitgaven rondom ouder worden, binnen de perken gehouden kunnen worden. Volgens de gemaakte projecties zouden leeftijdsgebonden uitgaven tussen de 1,9% en 4,4% van het BPP (bruto binnenlands product) bedragen. In de conclusies van het rapport wordt benadrukt dat een steeds ouder wordende bevolking een significante uitdaging vormt voor de houdbaarheid op publieke uitgaven op lange termijn.1
Uit de conclusies van het rapport kan worden afgeleid dat vergrijzing gezien wordt als een groeiend probleem dat zeer nauwkeurig opgevolgd dient te worden, zodat de overheden deze kosten kunnen blijven dragen. Vergrijzing wordt in dit soort kaders voorgesteld als een probleem en als een toenemende druk op de samenleving en niet als een verwezenlijking ervan. Wanneer er op een ongenuanceerde of negatieve manier over ouderen als groep gecommuniceerd wordt, valt dit onder leeftijdsdiscriminatie (uit gebrek voor een betere vertaling van de Engelse term ‘ageism’). Het spreekt ook over een hele diverse groep mensen alsof ze in kampen opgedeeld kunnen worden enkel op basis van hun leeftijd en hun productiviteit. Op deze wijze worden lagen van de bevolking herleid tot getallen die al dan niet opbrengen. In dit soort kaders is er geen plaats voor de waardering van ouderen hun voorgaande bijdragen aan de samenleving - een samenleving die zij bovendien opgebouwd hebben. Alleen een huidige en een toekomstige bijdrage aan het marktwezen wordt gevaloriseerd in dergelijke rapporten. Dit wordt duidelijk door de beoordeling van de optrekking van de pensioenleeftijden in het rapport. Deze optrekking wordt positief beoordeeld omdat het een stijging in de productiviteit oplevert. Terwijl de focus ook gelegd zou kunnen worden op het feit dat mensen die jaren hebben meegedraaid op de arbeidsmarkt beschikken over een zekere expertise en ervaring. Het inzetten van hun specifieke kennis kan dan gezien worden als de meerwaarde.
Generatiesolidariteit
Dergelijke omkadering van pensioenen zet eveneens aan tot conflictueus denken. De oudere laag van de bevolking wordt uitgespeeld tegen de jongere laag, die zou moeten betalen voor de toenemende pensioenkosten. Er lijkt geen aandacht meer te zijn voor het gegeven dan gepensioneerden vaak heel hun leven bijgedragen hebben aan belastingen. Maar zij hebben niet enkel een financiële bijdrage geleverd, zij hebben ook hun tijd en zorg gestoken in het opbrengen van die jongere generatie. Dat de samenleving blijft draaien is deels hun verdienste. Ook al wordt hun rol te vaak geminimaliseerd of herleid tot een economische som. Deze bijdrage stopt voor vele mensen niet wanneer zij een bepaalde leeftijd bereiken. Talloze grootouders zetten zich in voor de zorg van hun kleinkinderen. Dit is een waardevolle rol die niet geminimaliseerd mag worden wanneer zij niet opgenomen kan worden in een productiviteitsberekening.
Het dient wel bemerkt te worden dat het natuurlijk om een fiscaal rapport gaat. In die zin is het niet zo vreemd dat mensen herleid worden tot nummers: individuele en interpersoonlijke bijdragen laten zich niet zo makkelijk herleiden tot tabellen en grafieken. Feiten hoeven niet aan de kant geschoven te worden, maar er dient genuanceerd en met enige voorzichtigheid over worden gecommuniceerd. De manier waarop er gecommuniceerd wordt over ouderen heeft impact op hun zelfbeeld en over hoe zij in deze samenleving staan. Indien er enkel over hen gecommuniceerd wordt als ‘een toenemende druk op publieke uitgaven’ of als een probleem kunnen zij dit beeld internaliseren. Dat betekent dat een hele groep mensen de boodschap begint te geloven dat zij daadwerkelijk een ‘last’ zijn. Omdat niemand een last of probleem wil zijn, kan dit tot gevolg hebben dat oudere individuen zich terugtrekken uit de samenleving. Hierbij verliest de samenleving een potentieel kostbare participant. Maar ook de impact op persoonlijk niveau mag niet onderschat worden. Negatieve beeldvorming heeft een negatief effect op het zelfbeeld van de gerepresenteerde groep en vervolgens een negatief effect op hun gezondheid. Een vertraagd herstel, een versnelling van cognitieve aftakeling en een negatieve impact op hartziekten en diabetes zijn maar enkele van de vele mogelijke impacts op de mentale en fysieke gezondheid van ouderen.2 Zelf een korte blootstelling aan negatieve beeldvorming in de media kan al een klein doch schadelijk effect hebben op de mentale prestaties van ouderen. Elke vorm van representatie van ouderen is dus belangrijk. Al deze kleine momentjes tellen namelijk op en de som is evenzeer een rekening.
Financiële last
De gezondheidseffecten van een negatieve beeldvorming zouden iedereen zijn wenkbrauwen moeten doen fronsen. Zeker omdat uit het rapport van de Raad van Europa blijkt dat de financiering van de pensioenen niet de grootste reden tot bezorgdheid is. Maar zoals AGE platform ook aanhaalt in hun recente publicatie3 zijn het de uitgaven voor gezondheid en langetermijnzorg die een zwaardere rekening presenteren aan de samenleving. Ook daarom is de communicatie rond pensioengerechtigden zo belangrijk. Pensioen-gerechtigde burgers voorstellen als een economische last, heeft evenzeer financiële gevolgen. In de ‘global report on ageism’ van de WHO-organisatie, wordt de kostprijs van gezondheidskosten ten gevolge van leeftijdsdiscriminatie aangehaald. Hun conclusie is dat leeftijdsdiscriminatie de samenleving geld kost; veel geld. De Verenigde Staten zouden jaarlijks 136,3 miljard verliezen door gevolgen van leeftijdsdiscriminatie (ageism) - een soortgelijke studie voor Europa zou interrassant zijn. Hun conclusie is dat leeftijdiscriminatie een zware last is voor de samenleving en niet de ouderen zelf.2
Dus zelfs wanneer de Raad van Europa wenst om de focus enkel op het economische aspect te leggen, kan het belang van communicatie hieromtrent niet onderschat worden. Omdat een negatieve beeldvorming een negatief effect heeft op mensen hun gezondheid en dit negatieve effect evenzeer een hoge kostprijs heeft, zowel op persoonlijk als op maatschappelijk vlak. De Europese commissie geeft alvast het goede voorbeeld in hun ‘groene publicatie over ouder worden’ (‘green paper on ageing’).4
Gezien de nadelige effecten van een negatieve beeldvorming op het welzijn en op de gezondheid van ouderen, pleit Vief voor meer aandacht correcte beeldvorming. Vief als ouderenvereniging zet zich blijvend in voor de belangen van ouderen, zowel voor ouderen als groep als voor elk individu.
Stafmedewerker Beeldvorming en Participatie Vief vzw
Karolien Favoreel
Bronnen
[1] “The conclusions stress that ageing populations pose a significant challenge for the long-term sustainability of public finances.” beschikbaar via: https://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2021/06/18/fiscal-sustainability-conclusions-on-challenges-arising-from-an-ageing-population/?utm_source=dsms-auto&utm_medium=email&utm_campaign=Fiscal+sustainability%3a+Conclusions+on+challenges+arising+from+an+ageing+population; laatst geraagdpleegd 02/09/2021
2 Global Report on Ageism, The Impact of Ageism against Older People. p. 47-63.: beschikbaar via: https://www.who.int/teams/social-determinants-of-health/demographic-change-and-healthy-ageing/combatting-ageism/global-report-on-ageism
3 “Council concerned about pension adequacy, but still reduces ageing to a 'cost' issue; https://www.age-platform.eu/policy-work/news/council-concerned-about-pension-adequacy-still-reduces-ageing-cost-issue; laatst geraadpleegd op 01/09/2021
4 Voorbeeld: (..) the challenges an ageing population poses on health and social care. But ageing also provides new opportunities for creating new jobs, fostering social fairness and boosting prosperity, for instance in the ‘silver’ and care economies. p.2.: beschikbaar via: https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/1_en_act_part1_v8_0.pdf; laatst geraadpleegd op 01/09/2021
ga terug