Vief vraagt aandacht voor de digitale inclusie van ouderen

dinsdag, 22 maart, 2022

Digitalisering is niet meer weg te denken uit onze hedendaagse maatschappij.  Er wordt vaak gesproken van de digitale sneltrein, maar er zijn jammer genoeg nog te veel drempels waardoor niet iedereen hier mee op kan. Aangezien Vief jaarlijks inzet op digitalisering tijdens de Digitale week en het jaarthema van 2022 toegankelijkheid is, willen we benadrukken hoe belangrijk digitale inclusie is. Digitale inclusie, ook wel e-inclusie genoemd, betekent dat iedereen ten volle kan deelnemen aan de digitale samenleving.

Er zijn drie belangrijke oorzaken waarom we nog niet leven in een digitaal inclusieve maatschappij. De eerste is de ongelijke toegang tot digitale technologieën. Niet iedereen heeft een internetverbinding en technologische apparaten (smartphone, laptop, tablet…) ter beschikking. Verder is er ongelijkheid op het vlak van digitale competenties, wat wil zeggen dat sommige mensen bepaalde digitale vaardigheden missen. Tot slot is er ongelijkheid op het vlak van het gebruik van essentiële diensten, zoals bijvoorbeeld e-banking, e-aankopen, e-administratie en e-gezondheid. Niet iedereen maakt gebruik van deze diensten, wat kan leiden tot uitsluiting van het alledaagse leven (Brotcorne & Mariën, 2020).

            De coronacrisis versnelde de digitalisering en maakte de digitale kloof meer zichtbaar. Het was op sommige momenten niet mogelijk om op openbare plaatsen gebruik te maken van internet en technologische apparaten, waardoor mensen die hier thuis geen toegang tot hebben afgesloten werden van het digitale leven. Daarnaast werden bepaalde (nieuwe) digitale vaardigheden onmisbaar. Zo verliepen veel vergaderingen via online platforms, was het nodig om een QR-code te scannen op restaurant om de menukaart te raadplegen, ging de schoolcommunicatie van de (klein)kinderen via Smartschool… Tot slot sloten enkele fysieke diensten of waren ze slechts beperkt open zoals bijvoorbeeld banken, winkels en loketten in gemeentehuizen. Er werd sterker ingezet op digitale dienstverlening, maar hier kon niet iedereen gebruik van maken omwille van het gebrek aan middelen of vaardigheden. Doordat deze digitale diensten in een stroomversnelling kwamen, werd er te weinig aandacht besteed aan de gebruiksvriendelijkheid en werd er onvoldoende ingezet om mensen wegwijs maken met deze diensten. Men verwacht dat de trend waarin de fysieke dienstverlening wordt afgebouwd zich zal verderzetten, wat nadelig is voor de digitaal kwetsbaren.

Enkele cijfergegevens

De drie oorzaken (ongelijkheid in digitale technologieën, digitale vaardigheden en gebruik digitale essentiële diensten) die voornamelijk leiden tot digitale uitsluiting komen niet bij iedereen in even grote mate voor. Er zijn namelijk enkele factoren die het risico hierop vergroten. Dit zijn inkomen, opleiding, leeftijd, gezinssamenstelling en geboorteland.  Meer bepaald hebben personen met een laag inkomen, personen die kortdurig geschoold zijn, ouderen, alleenstaanden en personen die geboren zijn in het buitenland de grootste kans op digitale uitsluiting. Wanneer personen meerdere van deze kenmerken hebben, verhoogt de kans op uitsluiting (Mediawijs, z.d.).

Als ouderenorganisatie focussen we op de cijfergegevens over ouderen. Uit het barometeronderzoek digitale inclusie van 2020 (Brotcorne & Mariën) blijkt dat 21% van de 55- tot 74-jarigen geen internet gebruiken. Als we dan meer specifiek naar de leeftijdsgroep 65-74 jaar kijken, zien we dat 28% geen internetgebruikers zijn, wat bijna een derde is. De twee belangrijkste redenen hiervoor zijn de kostprijs van een internetverbinding en technologische apparaten en het gebrek aan interesse bij de doelgroep. Dat laatste is voor een groot deel te wijten aan het ontbreken van kennis en vaardigheden. Uit het barometeronderzoek blijkt dat bijna de helft van de 55-74-jarigen (48%) zwakke digitale vaardigheden heeft. Vervolgens werd er nagegaan in welke mate digitale essentiële diensten (e-banking, e-aankopen, e-administratie en e-gezondheid) worden gebruikt. Ook hierbij valt op dat 55+’ers deze online diensten veel minder raadplegen en dit dus leidt tot ongelijkheid aangezien ze wel essentieel zijn in onze digitale wereld. Wat opvalt is dat deze cijfergegevens telkens gaan over personen tot 74 jaar. Dit komt omdat er bijna geen 75+’ers bevraagd worden tijdens onderzoeken. De problematiek bij deze leeftijdsgroep blijft dus onderbelicht, maar er wordt voorspeld dat de resultaten nog schrijnender zullen zijn.  Hier is bijkomend onderzoek naar nodig.

Gevolgen van digitale uitsluiting

Digitale uitsluiting kan nefaste gevolgen hebben. Een eerste gevolg is verminderde participatie op verschillende domeinen. Er worden enkele voorbeelden aangehaald om dit te duiden.  Wanneer tickets voor het openbaar vervoer enkel online kunnen aangekocht worden of via zelfbediening aan een digitaal loket, vormt dit een drempel om het openbaar vervoer te nemen. Wanneer informatie over evenementen voornamelijk digitaal verspreid wordt, zorgt dit er waarschijnlijk voor dat niet iedereen op de hoogte is en dus niet kan deelnemen aan de activiteiten. Digitaal vergaderen is het nieuwe normaal geworden, zo ook bij lokale adviesraden zoals seniorenraden. Doordat niet iedereen hieraan kan deelnemen, gaan bepaalde meningen verloren. Deze verminderde sociale, culturele, politieke… participatie zorgt er dus voor dat niet iedereen zijn stem kan laten horen en dit kan ook leiden tot sociale isolatie.

Digitale exclusie leidt ook tot een grotere afhankelijkheid van anderen. Wanneer men middelen of vaardigheden ontbreekt om gebruik te maken van digitale dienstverlening en wanneer de niet-digitale dienstverlening niet toegankelijk genoeg is, wordt men genoodzaakt om hulp te vragen aan anderen. Deze afhankelijkheid perkt de zelfredzaamheid in. Daarnaast kan de afhankelijkheid ook leiden tot misbruik, bijvoorbeeld financiële misbehandeling. Dit betekent dat een vertrouwensfiguur misbruik maakt van de financiële middelen van een oudere. Tot slot is het belangrijk om op te merken dat niet iedereen een netwerk heeft waarop men beroep kan doen bij digitale vragen of problemen.

Aanbevelingen ter bevordering van de digitale inclusie van ouderen

Op basis van bovenstaande gegevens wil Vief enkele aanbevelingen doen ter bevordering van de digitale inclusie van ouderen. Deze aanbevelingen zijn enerzijds gericht tot de beleidsmakers van de Vlaamse en lokale overheden om een inclusief e-inclusiebeleid te ontwikkelen waarin voldoende aandacht wordt geschonken aan de noden van ouderen. Daarnaast worden ook de ontwikkelaars van digitale tools aangemoedigd om te letten op de gebruiksvriendelijkheid van hun apparaten en applicaties. Tot slot is het belangrijk dat essentiële diensten voldoende ondersteuning bieden bij de digitale dienstverlening en ook blijven inzetten op het niet-digitale. Deze aanbevelingen vertalen zich in zes concrete richtlijnen:

  1. Garandeer kwalitatieve toegang tot internet en technologische apparaten voor alle ouderen.
  2. Voorzie voldoende middelen om de digitale vaardigheden van ouderen te versterken.
  3. Besteed aandacht aan de gebruiksvriendelijkheid van digitale middelen (apparaten en applicaties).
  4. Zorg voor gebruiksvriendelijke digitale dienstverlening en de mogelijkheid tot ondersteuning bij vragen en opmerkingen over deze diensten.
  5. Blijf voldoende inzetten op niet-digitale dienstverlening.
  6. Focus bij wetenschappelijk onderzoek rond digitale inclusie ook op 75+’ers.

Ouderenorganisaties zetten in op het versterken van digitale vaardigheden

Vief zet, net als andere ouderenverenigingen, in op het versterken van digitale vaardigheden van ouderen aan de hand van cursussen, voordrachten en informele leermomenten. Doordat deze leeractiviteiten in verenigingsverband georganiseerd worden, is het meer laagdrempelig om er aan deel te nemen. De combinatie van cursussen waarbij een lesgever oefeningen geeft en meer informele activiteiten zoals bijvoorbeeld mediacafés zorgt ervoor dat er voor ieder wat wils is. Ondanks dat Vief hard inzet op het versterken van de digitale vaardigheden, blijven we ook de andere bovenstaande aanbevelingen ter bevordering van digitale inclusie benadrukken.

Bronnen

Brotcorne, P. & Mariën, I. (2020). Barometer Digitale Inclusie. Koning Boudewijnstichting.

Geraadpleegd via

https://media.kbs-frb.be/nl/media/8996/Barometer%20Digitale%

Mediawijs (z.d.) Wie is kwetsbaar voor digitale uitsluiting?

Geraadpleegd via

https://www.mediawijs.be/nl/artikels/wie-kwetsbaar-voor-digitale-uitsluiting

ga terug