Opinie - Drastische verhoging van de inschrijfgelden voor het volwassenenonderwijs: zijn de ouderen de dupe?

Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir heeft een hervorming van het volwassenenonderwijs doorgevoerd, waarbij de nadruk meer komt te liggen op opleidingen die leiden naar knelpuntberoepen, terwijl zogenaamde "hobby-opleidingen" duurder worden. Deze hervorming, die vanaf 1 september 2025 ingaat, heeft tot doel het opleidingsaanbod beter af te stemmen op de arbeidsmarkt en de beschikbare middelen efficiënter in te zetten. Vief vreest dat gepensioneerde cursisten hiervan de dupe zullen zijn.
De Vlaamse Regering snoeit drastisch in de subsidiëring van het volwassenenonderwijs. Het gaat hier om een grote verscheidenheid van cursussen die buiten het klassieke schoolverband worden gegeven, meestal ‘s avonds. De hervorming is bedoeld om het volwassenenonderwijs meer gericht te maken op de arbeidsmarkt en het leren van het Nederlands voor nieuwkomers. Op deze manier hoopt de regering de middelen efficiënter in te zetten en meer mensen naar een baan te leiden.
Maar zelfs de Romeinen wisten het al: in cauda venenum: het venijn zit in het staartje. Door de heroriëntering van de middelen worden de inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs meer dan verdubbeld en dit reeds vanaf schooljaar 2025-2026.
Nochtans is één van de basisprincipes van het onderwijsbeleid het levenslang leren. Door de steeds sneller gaande veranderingen in de samenleving ligt de tijd dat een technisch, hogeschool of universitair diploma een toegangsticket was voor een kwaliteitsvolle job gedurende de hele loopbaan al decennia lang achter ons. Wat ook achter ons ligt, voor de meesten althans, is het cliché van bomma en bompa die in hun luie zetel ‘genieten van hun welverdiend pensioen’ en misschien nog inspringen voor de opvang van de kleinkinderen.
Levenslang leren – het woord zegt het zelf – betekent dat het leerproces niet stopt met de pensioenleeftijd. We hebben het al meermaals gezegd: de groep ouderen is zeer divers. Sommigen zijn om allerlei redenen inderdaad ‘uitgeblust’ na hun beroepsloopbaan, terwijl heel wat anderen best nog een andere (deeltijdse) activiteit willen beginnen. Niet zelden willen ze zich omscholen voor een knelpuntberoep. Velen willen zich ook als vrijwilliger engageren of gewoon hun kennis verruimen. In al die gevallen zijn ze graag bereid om daar de nodige opleidingen voor te volgen.
Nu de tarieven met 150 % de hoogte ingaan, zonder rekening te houden met de financiële draagkracht, wordt die ambitie van de ene dag op de andere voor heel wat mensen onmogelijk gemaakt. Er wordt zelfs niet eens voorzien in een overgangsperiode, bvb. voor mensen die al bezig zijn aan een opleiding, want de nieuwe regeling gaat reeds in vanaf septemer 2025 en er is al evenmin sprake van een geleidelijke optrekking van de tarieven. Van vrijstelling of vermindering van inschrijvingsgeld voor cursisten ouder dan 65 is al evenmin sprake want die geldt alleen voor wie een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) geniet.
Dit staat o.i. haaks op het Vlaams Regeerakkoord voor de periode 2024-2029 dat letterlijk vermeldt: “De vrijstellingscategorieën voor het inschrijvingsgeld in het volwassenenonderwijs worden aangepast zodat ze inkomensgerelateerd worden en niet meer op basis van statuten worden toegekend”.
Ook over de opvulling van knelpuntberoepen wordt nog nauwelijks gesproken en een blik op de websites toont dat het dan nog uitsluitend gaat om mensen in de actieve leeftijd. En daarbij was de lijst van knelpuntberoepen waarvoor ouderen in een flexi-job tewerkgesteld kunnen worden op zich al te limitatief. Een voorbeeld: al jaren zijn er te weinig fietsherstellers, maar daarvoor kunnen de fietswinkels geen beroep doen op flexi-jobbers…
In de hele beleidsnota onderwijs komen de woorden ‘ouderen’ en ‘gepensioneerden’ zelfs niet voor: wat een gigantisch menselijk kapitaal laat men hier liggen.
Het argument dat de tarieven enkel maar worden opgetrokken tot het niveau van de buurlanden, gaat niet op: asociale maatregelen worden niet plots minder asociaal omdat ze ook in andere landen worden toegepast… Daartegenover staat immer dat ouderen die een cursus volgen met het oog op een vol- of deeltijdse tewerkstelling, niet enkel helpen om tekorten op de arbeidsmarkt op te vangen, maar dat ze daarmee ook onrechtstreeks bijkomende inkomsten genereren voor de overheid.
En tenslotte spelen ook nog de sociale voordelen mee die cursussen voor ouderen kunnen hebben, maar die nu eenmaal niet in financiële termen te meten vallen: we hebben het over een zinvolle tijdsbesteding, nieuwe mensen ontmoeten en dit van alle leeftijden, zijn netwerk uitbreiden, de vereenzaming tegengaan. Dit zijn allemaal zo’n belangrijke zaken die een niet te onderschatten bijdrage leveren aan de psychische en fysische gezondheid. Gelijke onderwijskansen voor alle leeftijden en sociale klassen, deelname aan de samenleving naar wens en vermogen: het maakt daar allemaal deel van uit.
Als organisatie die opkomt voor de belangen van ouderen in de samenleving pleiten we er dan ook voor om geen extra financiële drempels in te voeren op de toegankelijkheid.
Vief vzw – 17 juni 2025
ga terug